Deze vakantie rijden we via Tsjechië en Slowakije naar Hongarije en terug via Oostenrijk (en Tsjechië) van 2 augustus t/m 23 augustus 1994
2 augustus
We staan met de camper (Mitshubitsi L300 Niwatori) op camping Agard aan het Velencemeer, gelegen tussen het Balatonmeer en Boedapest in.
Het is érg warm en we zoeken daarom een plek bij het water op.
8 augustus
Na enkele dagen trekken we verder richting Tiszafüred en staan op camping Tiszafüred, voorzien van een mooi zwembad, waar met deze hitte Marloes ook nog ziek werd en 40 graden koorts kreeg, waarbij ze ook begon te ijlen, een toch wat zorgelijke tijd. Andere campinggasten komen onder andere druiven brengen uit medelijden voor de zieke. Voor de zekerheid heeft Eugeni al bij de receptie gevraagd waar eventueel een (nood-)arts te bereiken zou zijn en heeft bij daglicht al bekeken hoe we daar dan heen zouden moeten, voor het geval we die ’s nachts toch nodig mochten hebben.
Gelukkig gaat het de volgende dag iets beter en is het ergste voorbij.
10 augustus
We rijden richting Debrecen om Hortobagyi te bezoeken en maken een huifkartocht over de poesta bij Hortobagyi. Hortobágy ligt midden in het gelijknamige Nationaal Park Hortobágy (Hortobágyi Nemzeti Park). De poesta is een graslandschap op de grote laagvlakte in het oosten van Hongarije.
We zien er heel veel paarden en ook waterbuffels en een bidsprinkhaan.
12 augustus
Hier in Miskolc bezoeken we het grotten thermalbad Miskolctapolca, een thermalbad dat grotendeel door de grotten van de berg loopt.
13 augustus
Een bezoek aan de burchtruïne in Miskolc en naar de grot bij Szilvasvarad. Op zo’n dertig km noordelijk van Eger, in een dal tussen het Bükk- en Mátragebergte op een hoogte van 345 meter ligt Szilvásvárad.
We verblijven op camping Hegyi in Szilvasvarad.
15 augustus
Bezoek aan de grote Baradlagrot in Aggtelekki, vlakbij de Slowaakse grens en onderweg nog een leguaan gezien.
16 augustus
We wandelen naar Kékes of Kékestető de hoogste berg van Hongarije en is gelegen in het Mátragebergte. op 1014 meter hoogte en en hebben mooi uitzicht vanaf de televisietoren van Kekes.
17 t/m 19 augustus
Jurta camping Visagrad, we wandelen naar de ruïne van Visagrad,m met mooi uitzicht. Met de rodelbahn gaan we naar beneden.
20 augustus
We bezoeken onderweg de plaats Sopron in het westen van Hongarije, de terugweg is ingezet.
21 augustus
Wenen, Oostenrijk.
Een bijzonder bezoek aan Bergwerk Seegrotte Hinterbrühl, die in oorlogstijd anders gebruikt werd.
De interessante historie van deze grot is ook te lezen via Wikipedia.
22 augustus
Een indrukwekkend bezoek aan het voormalig concentratiekamp Mauthausen.
Na dit bezoek rijden we door naar Tsjechië om nu het minder warm is toch een bezoek aan Praag te brengen wat we nog niet eerder gedaan hebben.
We overnachten op camping Frymburk bij Frymburk waar ook nog heerlijk gezwommen kan worden in het Lipnomeer ’s Avonds hebben we mooi uitzicht op het mooi verlichte plaatsje aan de overkant van het meer.
23 augustus
Een rustige dag op de camping en aan het water krijgt een pijnlijk staartje. Aan het begin van de avond wordt er nog druk geschommeld in het speeltuintje als Herman een vreemde ‘knak’ hoort gevolgd door gehuil, geen goed teken. Het lijkt alsof Mark ergens een breuk in zijn been opgelopen heeft. Van de camping rijdt een Nederlander met ons mee naar de dichtstbijzijnde eerstehulppost, maar dat ziet er voor ons vreemd uit. Het lijkt een dokter in een soort bewaakt politiebureau. Mannen met ‘geweren’ (of hoe zoiets heet) om hun nek staan voor de deur en gelukkig is de persoon die met ons mee is een paar woorden Tsjechisch machtig zodat die een beetje kan uitleggen waar wij voor komen. We worden in een soort wachtruimte gezet en na lange tijd worden we in een andere ruimte binnengeroepen. Het been wordt bestudeerd en het enige dat er uit te halen valt klinkt als “problema, fractura?” en dat blijft men schouderophalend herhalen. Men spreekt hier alleen Tsjechisch en Russisch. We begrijpen uiteindelijk dat ze hier verder niets kunnen doen, we krijgen een briefje mee voor het ziekenhuis in Ceske Krumlov voor de volgende dag.
We worden teruggebracht naar de camping en daar besluiten om de volgende dag niet naar het ziekenhuis in Ceske Krumlov te rijden, maar terug de grens over te gaan naar Oostenrijk om daar het dichtstbijzijnde ziekenhuis op te zoeken om er zeker van te zijn dat we de medici kunnen verstaan. In het Landeskrankenhaus in Freistadt worden foto’s gemaakt en blijkt er inderdaad een breuk in het scheenbeen te zitten en volgt de weg naar de gipskamer voor een gispspalk.
Aangezien je met een gipsspalk van je tenen tot aan je lies geen kant op kunt rest ons niets anders dan direct door te rijden naar huis, we rijden de resterende 1000 km wel in twee dagen.
Nog een overnachting op camping Rangau bij Erlangen-West en door naar huis, waar een afspraak gemaakt wordt voor in het ziekenhuis in onze woonplaats en volgt en na enkele dagen loopgips vanaf de knie.
Een röntgenfoto uit Oostenrijk rest als souvenir.